Volgens een publicatie van de Zwitserse bankinstelling UBS zal de productie van een elektrische auto in 2024 niet duurder zijn dan die van een auto met verbrandingsmotor. Dat komt vooral omdat de accu steeds goedkoper wordt. En die accu vertegenwoordigt 25 tot 40% van de totale waarde van de auto. De vraag naar accu’s vertienvoudigt volgens UBS tegen 2025 zelfs. Dit zal naar verwachting leiden tot dalende prijzen. Volgens de analisten van UBS komt de kostprijs van accucellen tegen 2022 al onder de ‘magische’ grens van $100 per kWh uit.
Sterke groei verwacht
Er worden steeds meer elektrisch auto’s verkocht en die groei zal nog vele jaren doorzetten. De gerenommeerde Duitse automotive-analist Matthias Schmidt verwacht dat van de 11 miljoen auto’s die dit jaar in Europa worden verkocht, ongeveer een miljoen elektrisch zal zijn. Helaas gooide de coronacrisis nogal wat roet in het eten. De verkopen van EV’s stagneren daardoor maar de trend is niettemin duidelijk gezet. Ook de analisten van UBS gaan uit van een sterke groei. Zij verwachten dat elektrische auto’s in 2025 wereldwijd een marktaandeel van 17% hebben behaald. In 2030 maken ze waarschijnlijk 40% van de wereldwijde autoverkoop uit.
Afhankelijk van Aziatische accuproducenten
Maar de automobielfabrikanten zijn in de loop der jaren behoorlijk afhankelijk geworden van Aziatische accuproducenten. De positie van de Aziatische accuproducenten wordt volgens UBS zelfs nog steeds sterker. Dat is niet altijd even handig want die afhankelijkheid kan ook gevaarlijk zijn.
“Het is erg gevaarlijk om afhankelijk te zijn van Aziatische leveranciers”, zegt professor Stefan Bratzel (Centrum voor Automobielmanagement) in het Financiële Dagblad. “De accucellen zijn het middelpunt van het creëren van toegevoegde waarde.”
Zelf accu’s maken
Tesla heeft daarom al aangekondigd dat het zelf accu’s gaat maken. Ook de Europese automobielindustrie en politiek zijn zich steeds bewust van het risico. Er zijn plannen om ook in Europa grote accufabrieken op te zetten. De vraag is alleen of ze niet te laat zijn en het tij nog wel kunnen keren. Als de prijzen dalen, wordt het des te lastiger om de enorme investeringen waarmee de bouw van een accufabriek gepaard gaat, eruit te halen. Bovendien zijn de Aziatische vele malen groter waardoor die nog goedkoper kunnen produceren. Ook de analist Daniel Schwarz is sceptisch of Europa die inhaalslag wel kan maken: “Accucellen zullen in relatief korte tijd een vrij goedkoop goed worden.”
Samenwerking
Ook Joachim Deinlein, automotivedeskundige bij consultancybureau Oliver Wyman, is van mening dat de Europese autofabrikanten moeten kunnen vertrouwen op eigen accutechnologie. Ook vindt hij dat de Europese fabrieken daarin zoveel mogelijk samen moeten werken. “Je moet niet alles alleen doen. Sterke samenwerkingsverbanden kunnen zeer succesvol zijn. Hier kunnen de autofabrikanten twee vliegen in één klap slaan: het vergroten van hun kennis en het behouden van banen die verloren gaan bij de productie van verbrandingsmotoren.”
Inhaalslag of gelopen race?
Northvolt, een van de Europese initiatieven die de Aziatische dominantie moet verminderen, heeft accufabrieken in het noorden van Zweden en Duitsland gepland. Maar het is voor Northvolt een bijna onmogelijke opgave om ene echte concurrent te worden. “Het grootste probleem is de schaal,” zegt UBS-analist Tim Bush. “Met zijn twee fabrieken heeft Northvolt in 2-23 waarschijnlijk een capaciteit van 64 GWh. In datzelfde jaar plant LG Chem een productiecapaciteit van 250 GWh.” Bush verwacht dat Northvol het moeilijk zal hebben en deels afhankelijk zal zijn van subsidies.