Artikel door André ten Bloemendal, VP Commercial Sales bij ChargePoint.
In Nederland is wegverkeer verantwoordelijk voor bijna één vijfde van de totale CO2-uitstoot. Het is een van de redenen waarom de overheid elektrisch rijden stimuleert: een cruciale stap in het tegengaan van klimaatverandering. Toch bestaan er nog steeds hardnekkige mythes over elektrisch rijden, die veel bestuurders tegenhouden om de overstap te maken. Ik zet de feiten op een rijtje om vijf veelvoorkomende mythes de wereld uit te helpen.
Mythe 1: de actieradius van elektrische voertuigen is te beperkt
De waarheid: dit was zelfs bij de vroege elektrische voertuigen niet waar, dus het is frappant dat je dit misverstand nog zo vaak hoort. In 2011 was de gemiddelde actieradius zo’n 120 kilometer. Tegen 2018 was dit verbeterd tot ruim 200 kilometer. Moderne batterijauto’s halen met een enkele laadsessie makkelijk 450 kilometer of meer.
De meeste mensen laden hun auto thuis of op hun werk op, waardoor een auto voor dagelijks gebruik eigenlijk nooit zonder prik hoeft komen te zitten. En vergeet niet dat hoewel de gemiddelde afstand voor woon-werkverkeer groeit, deze gemiddeld slechts zo’n 19 kilometer is.
Mythe 2: elektrische voertuigen zijn niet te betalen
De waarheid: op het eerste gezicht lijkt dit waar te zijn, omdat historisch gezien aanschafprijzen voor elektrische voertuigen altijd hoger hebben gelegen dan auto’s met verbrandingsmotoren. Maar dat is bij lange na niet het hele verhaal. Zo laat je overheidssubsidies buiten beschouwing én het feit dat je veel lager uitkomt qua brandstof- en onderhoudskosten. Volgens de ANWB Elektrisch Rijden Monitor 2019 is elektrisch rijden nog maar slechts 2% á 3% duurder dan een auto met verbrandingsmotor. In 2020 werd al bericht dat veel elektrische auto’s na vier jaar al goedkoper uitvallen. Zo snel kan het gaan!
Mythe 3: er zijn niet genoeg laadpunten
De waarheid: het kan zijn dat dit gebaseerd is op een vergelijking met hoe je benzine tankt. Maar de meeste gebruikers laden hun auto’s op waar ze ook hun telefoons opladen: thuis of op het werk. En houd daarbij ook in de gaten dat auto’s doorgaans bijna de hele dag stilstaan. Genoeg tijd om je auto op te laden, dus.
Moet je tussendoor laden, dan zit je in Nederland gebakken. In 2019 stond ruim een kwart van alle Europese laadpalen in ons land, en de verwachting is dat het aantal laadpunten alleen maar zal groeien.
En rijd je naar het buitenland? 5000 kilometer zuidwaarts naar Italië is tegenwoordig ook geen probleem meer. Nu is het wel zo dat niet iedere Europese lidstaat even goed bedeeld is qua laadinfrastructuur. Griekenland telde eind 2018 slechts 50 publieke laadpunten. Maar Europese samenwerkingsverbanden zoals ChargeUp Europe maken het tot hun missie om de laadinfrastructuur in alle lidstaten te verbeteren.
Mythe 4: elektrische auto’s presteren niet goed in koud weer
De waarheid: de prestaties van de elektrische auto zelf lijden niet onder koud weer – van directe maximale koppel tot digitale tractieregeling presteren elektrische auto’s ongeacht het seizoen doorgaans beter dan hun traditionele tegenhangers.
Waar deze kritiek eigenlijk om draait is de lithium-ionbatterij, die inderdaad meer energie nodig heeft om de cabine in extreme koude te verwarmen. Hierdoor wordt ruwweg 19% ingeleverd op de actieradius. Het klopt óók dat EV-batterijen langzamer opladen wanneer het koud is. Maar zoals bij ieder nieuw apparaat is dit een kwestie van gewenning: bestuurders leren snel hoe ze dit moeten compenseren. Dat kan bijvoorbeeld door vooraf ingestelde verwarmingssystemen te gebruiken waarmee het voertuig al wordt opgewarmd tijdens een laadsessie. Door ook de bandenspanning in de gaten te houden en simpelweg verantwoord te rijden, kun je tot 13% van de verloren actieradius weer terugverdienen.
Mythe 5: elektrisch rijden is niet groen, want de stroom komt van fossiele brandstoffen
De waarheid: dit is al tijden een paradepaardje van de doemdenkers. “Waarom elektrisch rijden als de energie toch in vervuilende kolencentrales opgewekt wordt?!” Natuurlijk was het antwoord altijd al dat iets doen om bij te dragen aan een schonere wereld beter is dan niets doen, en dat meer elektrische voertuigen op de weg de CO2-uitstoot netto terugdringt.
Het definitieve einde van dit argument is bovendien in zicht. De Europese Unie heeft het met de Green Deal gemunt op fossiele brandstoffen. Een mix van hogere emissierechten, subsidiering van groene alternatieven, voortschrijdende technieken en direct overheidsingrijpen (zoals de sluiting van kolencentrales door heel Europa) zorgen ervoor dat we in heel Europa afscheid nemen van grijze stroom.
Laten we het nog eens op een rijtje zetten. Je hoeft alleen te vrezen voor je actieradius als je niet goed op je dashboard let. Als je rekening houdt met subsidies, brandstof en onderhoudskosten, ben je tegenwoordig niet meer duurder uit met een elektrische auto. Een auto laadt je net zo makkelijk op als je telefoon en dat doe je in het land waar de meeste laadpalen van heel Europa staan. In de winter neem je voorzorgsmaatregelen, net als wanneer je een traditionele auto rijdt. En tot slot: de tijd is nabij dat we hernieuwbare energie simpelweg “energie” gaan noemen.