De startup Go-Station heeft twee jaar in stilte gewerkt, maar is nu dan definitief onderweg. Het bedrijf richt zich op het openen van oplaadpunten. Vooralsnog is het werkgebied thuishaven Albuquerque. Dit jaar gaan echter nog tien laadstations open. In 2020 komen er nog eens dertig bij. Het bedrijf heeft nog meer plannen.
Software
Het belangrijkste punt van aandacht waar Go-Station twee jaar aan heeft gewerkt, is software. Die was nodig om de oplaadsnelheid zo hoog als mogelijk te krijgen. Daardoor kunnen elektrische auto’s en plug-in hybride modellen nu flink vlot hun batterij opladen. Voor de software is de samenwerking gezocht met twee andere startups. Daardoor zijn er dus in de basis geen grote spelers bij deze nieuwkomer betrokken in de beginfase.
Benzinepomp
Go-Station gelooft erin dat rijders het niet erg vinden om te laden onderweg. Mits dit niet anders is dan de manier waarop dit bij de benzinepomp gaat voor auto’s op brandstof. Dat is dan ook het belangrijkste punt van aandacht geweest bij de ontwikkeling van de systemen. Om het proces te versnellen wordt onder andere verbinding gemaakt met het netwerk via een app en is er een creditcardsysteem aan de software gekoppeld voor het afrekening via een factuur achteraf. Er is daardoor dus niet alleen aan de snelheid van het opladen zelf gewerkt.
Stations openen
De komende tijd zal Go-Station meer en meer locaties gaan openen. Na de proefperiode met het eerste station gaan er nog 10 in de staat New Mexico open. Daarna volgen er 30 in omringende staten. Wat de plannen daarna zijn is nog niet bekend. Voorlopig wil het bedrijf niet de concurrentie aangaan met spelers die zich bijvoorbeeld aan de kusten van de Verenigde Staten bevinden. Ook over internationale ambities wil het bedrijf nog niets loslaten. Als de techniek daadwerkelijk werkt zoals dat nu wordt voorgesteld, lijkt het wel aannemelijk dat het de aandacht zal trekken.
