Renault heeft op de IAA de nieuwe Mégane E-tech Electric onthuld. Dit is niet zomaar een elektrische variant van de bestaande Renault Mégane maar een geheel nieuw model, dat op een eveneens nieuw elektrisch platform staat. Het is het eerste model van Renault op het nieuwe CMF-EV platform, dat met de alliantiepartners Nissan en Mitsubishi is ontwikkeld.
Nouvelle Vague
De Mégane E-tech Electric heeft tal van innovaties en symboliseert daarmee Renaults “Nouvelle Vague”. Dat is de naam van het productoffensief waarmee de Franse autofabrikant een toonaangevende positie in wil gaan nemen. “In tegenstelling tot zijn elektrische voorgangers ziet de Renault Mégane E-tech Electric zichzelf niet alleen als een puur e-voertuig, maar als onderdeel van een groter elektrisch ecosysteem”, aldus Renault.
Daarbij gaat het om meer dan elektrisch rijden, en bijvoorbeeld ook om het verstandig omgaan met de beschikbare energie. De Mégane E-tech Electric is bijvoorbeeld geschikt voor bi-directioneel laden. Het voertuig kan dus elektriciteit terug leveren aan het elektriciteitsnet met behulp van Vehicle to Grid-technologie (V2G).
Een echte hatchback
De Mégane E-Tech Electric is met een lengte van 4,21 m iets kleiner dan zijn conventionele voorganger. Door de kleinere overhangen en een lange wielbasis van 2,70 meter is hij echter een stukje ruimer. Bovendien is hij voor een elektrische auto relatief laag. Met een hoogte van 1,50 meter is hij een stukje lager dan bijvoorbeeld de Volkswagen ID.3. Die geringe hoogte is bijzonder. Het is Renault daardoor als een van de weinige autofabrikanten gelukt om een echte elektrische hatchback te bouwen. De hoogte van het accupakket in de bodem noodzaakt de fabrikanten doorgaans tot een cross-over of SUV. Maar de accu van de Renault Mégane E-Tech Electric is slechts 11 centimeter hoog wat dus mogelijkheden biedt voor een echte hatchback.
Voorwielaandrijving
Renault zal de Mégane E-Tech Electric, waarvan de verkoop begin volgend jaar zal starten, met twee aandrijvingsvarianten aanbieden. Kopers kunnen dan kiezen uit een vermogen van 96 kW of 160 kW. In beide gevallen worden de voorwielen aangedreven. Vanuit het oogpunt van de tractie is het bij elektrische auto’s vaak gunstiger om achterwiel- of vierwielaandrijving te kiezen. Maar Renault stelt hier tegenover dat voorwielaandrijving weer gunstiger is voor de ruimte. De krachtigste aandrijflijn heeft een maximum koppel van 300 Nm. Daarmee is een acceleratie van 0 tot 100 km/u in 7,4 seconden mogelijk. De topsnelheid is begrensd op 160 km/u.
NMC-accu
Renault gebruikt voor de Mégane E-Tech Electric een nieuw soort Lithium-ionen accu. De zogenaamde NMC-accucellen (nikkel, mangaan, kobalt) bevatten minder kobalt en meer nikkel. Bovendien is het accupakket – net als de elektromotor – voorzien van vloeistofkoeling. Renault zal de nieuwe elektrische Mégane met twee verschillende accucapaciteiten aanbieden. Het kleinste pakket heeft een capaciteit van 40 kWh, goed voor een WLTP-actieradius van 300 kilometer terwijl het grotere 60 kWh-accupakket een WLTP-actieradius van 470 kilometer mogelijk maakt.
Efficient
De vloeistofkoeling van de Mégane E-Tech Electric maakt een nieuw ontwikkeld energieterugwinningssysteem mogelijk. Dat systeem gebruikt de overtollige warmte van de aandrijflijn en het accupakket om het passagierscompartiment te verwarmen zonder energie van de accu te gebruiken. De verwarming heeft hierdoor – ook bij lagere temperaturen – een geringer negatief effect op de actieradius. Dat geldt ook voor de warmtepomp van de Mégane E-Tech Electric. Verder heeft de auto een voorspellend laadmanagementsysteem. Dat gebruikt informatie van het navigatiesysteem om de accu vooraf op de voor het laden optimale temperatuur te brengen als de auto een gepland laadstation nadert.
Android OS
Nieuw voor Renault is het gebruik van het Android OS voor het multimediasysteem. In de Polestar heeft Google al laten zien dat dit systeem uitstekend functioneert. Dit stuurt een indrukwekkend groot OpenR-display aan. Het nieuwe OpenR Link-multimediasysteem met Android Automotive OS integreert zich naar verluidt “naadloos in het digitale ecosysteem van zijn gebruiker”.